De snelheid van het opladen van een elektrische auto is van vele factoren afhankelijk. Het gaat dan om de accu van de auto, het oplaadpunt dat gebruikt wordt en het laadvermogen. Het opladen gaat thuis bijvoorbeeld een stuk trager dan wanneer je dit doet met behulp van een snellader. Wie thuis oplaadt aan een laadpaal zal een vermogen tussen 3.7 en 11 kW kunnen gebruiken. Dat betekent dat per uur 20 tot 67 kilometer aan actieradius aan de accu kan worden toegevoegd. Wie met een snellader werkt, zal juist vermogens van 175 tot 350 kW kunnen benutten.
Capaciteit delen door vermogen
Het bepalen hoe lang het zal duren om een elektrische auto volledig op te laden is niet heel lastig. Daar is een simpele rekensom voor te gebruiken. Wie een accu heeft met een capaciteit van 74 kW en de auto oplaadt met een vermogen van 3,7 kW per uur, zal 20 uur bezig zijn. 74 delen door 3,7 is 20. Laad je dezelfde accu met een vermogen van 11 kW? Dan is het 74 delen door 11 en kom je op een tijd van 6 uur en 44 minuten uit om de accu volledig op te laden.
Verschillen in snelheid
Er zijn wel verschillen in snelheid tijdens het laadproces op te merken. Zo zullen accu’s die geheel leeg zijn in de beginfase heel snel laden. De eerste tachtig procent van de accu wordt altijd met hoge snelheid gevuld. De volgende twintig procent, van 81 naar 100, zal een stuk langzamer gaan. Dit is overigens ook het geval bij alle vormen van opladen of dit nu via een stopcontact, laadpaal of snellader gebeurt. Snelladers zijn vooral langs de snelwegen te vinden.